AMMONIAK IN HET MILIEU
Binnen de context van natuurbeheer wordt het begrip ‘stikstof’ gebruikt om stikstofverbindingen aan te duiden die vrijkomen bij verschillende economische activiteiten.
- Stikstofoxiden (NOx) komen vooral door het verkeer en de industrie in de lucht terecht.
- Ammoniak (NH3) is vooral afkomstig is van de veeteelt.
Ammoniak en stikstofoxiden komen in de lucht terecht. Een deel van de stikstof reageert er met andere deeltjes en vormt fijnstof. Een ander deel valt op de grond, in de vorm van stof of neerslag.
Gevolgen voor mens en dier
Bij een overmaat aan stikstofverbindingen in de lucht, kunnen mensen of dieren last hebben van irritaties en ontstekingen.
Stikstofoxiden dragen bovendien bij tot de vorming van fijnstof, dat ook schadelijk is voor de gezondheid.
Het aantal verschillende insectensoorten neem af. Vogels die van die insecten leven, vinden dan te weinig voedsel.
Stikstof dat in het water terechtkomt, stimuleert de algengroei, waardoor het water zuurstofarmer wordt, wat een probleem is voor veel onderwaterleven, zoals vissen.
GEvolgen voor ons leefmilieu
Bij een te hoge neerslag van stikstof op de grond, sterven bepaalde plantensoorten af en groeien andere sneller (bijv. netels, bramen en grassen). Het gevolg is een afname van de biodiversiteit. Enkele voorbeelden die het belang daarvan voor de gehele mensheid illustreren:
- Drie kwart van onze voedingsgewassen is geheel of gedeeltelijk afhankelijk van bestuiving door natuurlijke bestuivers – vooral insecten – om eetbare vruchten of zaden te vormen
- Planten nemen koolstofdioxide (CO2) op en helpen dus het klimaatprobleem onder controle te houden.